



verantwoording en doelen
Dit is een lessenreeks dat is ontworpen voor leerlingen van groep 8.
In deze lessen zullen de volgende vakken verworven zijn:
- levensbeschouwing
- taal
- beeldend vormen (tekenen)
De volgende SLO doelen sluiten aan bij deze lessenreeks:
- Kerndoel 3: De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren.
- Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
- Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
De lessenreeks over levensbeschouwing sluit aan bij de volgende levensvragen:
- Wie ben ik?
- Wat is voor mij belangrijk?
- Wat is mijn levensbeschouwing?
De basisvaardigheden, volgens Jef de Schepper, die aan bod komen in deze lessenreeks:
- Waarnemen: De leerlingen krijgen informatie aangeboden. De informatie dat te vinden is op de site kunnen de leerlingen tot zich nemen en hier mee werken.
- Redeneren: De leerlingen gaan met elkaar in gesprek over een stelling. Hierbij moeten de leerlingen meningen kunnen beargumenteren. Ook gaan geven de leerlingen antwoorden op levensvragen. Deze antwoorden moeten de leerlingen ook kunnen uitleggen.
- Communiceren: De leerlingen gaan met elkaar in gesprek. Ze bespreken een stelling, de bedachte levensvragen en hoe een antwoord op de bedachte levensvraag geformuleerd kan worden.
- Verbeelden: De leerlingen formuleren een antwoord op de levensvraag. Dit antwoord moeten de leerlingen kunnen vormgeven door middel van een tekening.
De lessenreeks sluit aan bij onderstaande levensbeschouwelijke domeinen:
- Dingen: Er wordt gekeken naar wat de invloed is van de omgeving op je eigen levensbeschouwing.
- Andere mensen: Er wordt gekeken naar wat de invloed is van de andere mensen op je eigen levensbeschouwing. Maar ook naar wat de verschillen zijn tussen de levensvisies van anderen. En hoe een levensvisie van invloed kan zijn op andere mensen.
- Ik: Er wordt in deze lessenreeks gekeken naar hoe iedereen een eigen levensvisie vormt. En hoe iedereen voor zich op dit moment naar het leven kijkt.
De lessenreeks sluit aan bij de onderstaande levensbeschouwelijke aspecten:
- Ervaring: De leerlingen kunnen kijken naar welke ervaringen van invloed zijn voor het vormen van een eigen levensvisie.
- Opvattingen: Er wordt gekeken naar verschillende opvattingen. Dus bijvoorbeeld hoe verschillende leerlingen eenzelfde ervaring ervaren.
- Beelden: De leerlingen maken een beeld van een klein deel van hun levensvisie.
- sociale verbanden: De leerlingen bespreken met elkaar een stelling en verschillende levensvragen. En bespreken hoe de verschillende levensvisies van invloed op anderen kan zijn. En wat dit dus voor gevolgen met zich mee kan brengen.
De beschrijving van de opdrachten
Verdeel de klas in groepjes van vier of vijf leerlingen. De leerlingen doen alle opdrachten in groepjes. Zo kunnen de leerlingen zo veel mogelijk met elkaar in gesprek gaan over het onderwerp en dus visies met elkaar delen.
Opdracht 1.
In groepjes gaan de leerlingen de onderstaande stelling bespreken:
- Op elke school moet aandacht besteed worden aan levensbeschouwing.
Om deze stelling te kunnen bespreken is het wel handig om te weten wat levensbeschouwing is. Informatie hier over kunnen de leerlingen vinden op de site onder het kopje informatiebronnen.
Elk groepje noteert de argumenten die bedacht zijn bij het bespreken van de stelling.
Les doelen:
- De leerlingen oefenen in deze opdracht met sociale vaardigheden zoals het luisteren naar elkaar en het op een respectvolle manier op elkaar reageren.
- De leerlingen oefenen met het beargumenteren van een mening over een gegeven stelling.
Materialen:
- Chromebooks
- Papier
- Pen / potlood
Opdracht 2.
Op de site kunnen de leerlingen informatie vinden over wat levensbeschouwing is, wat een levensvisie is en wat levensvragen zijn. Deze informatie gebruiken de leerlingen bij de opdracht.
De leerlingen bedenken minimaal 4 levensvragen. De leerlingen mogen overleggen en de voorbeelden onder het kopje informatiebronnen bekijken.
Zijn de levensvragen geformuleerd, dan gaan de leerlingen individueel een antwoord op deze vragen formuleren. Na het formuleren van de antwoorden bespreken de leerlingen hun antwoorden in het groepje.
Les doelen:
- De leerlingen weten wat levensvragen zijn.
- De leerlingen kunnen een levensvraag zo formuleren dat het een vraag is waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn en er geen verkeerd antwoord op te geven is.
- De leerlingen kunnen antwoord formuleren en beredeneren.
- De leerlingen kunnen naar elkaar luisteren en op een respectvolle manier op elkaar reageren.
Materialen:
- Chromebooks
- Papier
- Pen / potlood
Opdracht 3.
Deze opdracht is een vervolg op opdracht 2.
Alle leerlingen kiezen één van de bedachte levensvragen uit opdracht 2. Op deze vraag formuleren de leerlingen een zo duidelijk mogelijk antwoord. Dit antwoord gaan de leerlingen vormgeven in een tekening. De tekening moet weergeven wat het antwoord is op de levensvraag die bedacht is.
De leerlingen vermelden bij de tekening om welke levensvraag het gaat.
Les doelen:
- De leerlingen kunnen een antwoord zo formuleren en vervolgens vormgeven dat het voor een ander mogelijk is om aan de hand van de tekening te vertellen wat zijn / haar antwoord op de gekozen levensvraag is.
Materialen:
- Papier
- Pen / potlood
- Kleurpotloden
- Stiften
Evaluatie
De leerkracht bespreekt met de leerlingen wat ze geleerd en uitgewerkt hebben. De leerlingen krijgen ook de ruimte om aan te geven wat ze van de lessen vonden (moeilijk, makkelijk, leuk, enz.)
De uitleg over het beoordelingsformulier:
Op de site is het kopje beoordeling te vinden. Hier kunnen de leerlingen zien wat er door de leerkracht van ze verwacht wordt. Wanneer de leerlingen aan het werk zijn heeft de leerkracht de tijd om te observeren. Hoe zijn de leerlingen aan het werk? Voldoen de leerlingen aan de criteria van het beoordelingsformulier? Houden de leerlingen zich aan de gemaakte afspraken (over bijvoorbeeld het samenwerken en de manier van werken) in de klas? Enzovoort. Ook kan de leerkracht de leerlingen begeleiden wanneer ze er binnen het groepje echt niet uit komen.
Aan het eind van elke les / opdracht kan de leerkracht met de leerlingen reflecteren over de les aan de hand van de punten in het beoordelingsformulier. Zo leren de leerlingen te reflecteren op eigen werk, werkwijze en gedrag.
Bronvermelding
- De Schepper, J., Deen, R., De Schepper, J., Kratsborn, S., Maas, J., Roemer, J., . . . De Lange, T. (2017b). Levensbeschouwing ontwikkelen: didactiek voor levensbeschouwing in het primair onderwijs (2e ed.). Amersfoort, Nederland: Kwintessens.
- Kopmels, T., Beemsterboer, M., & De Heer, M. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen: vakdidactiek levensbeschouwing & geestelijke stromingen. Groningen / Houten, Nederland: Noordhoff Uitgevers.
Maak jouw eigen website met JouwWeb